Toen ik 18 jaar werd, moest ik naar het UWV om te laten toetsen in welke mate ik recht had op een Wajong-uitkering. Misschien was ik zelfs iets jonger, toen ik bij het UWV kwam werd me gezegd dat ik door de aard van mijn handicap geen arbeidsvermogen heb. Het voert voor deze post even te ver om helemaal uit te leggen waar dit oordeel op gebaseerd is, maar het gaat even om de (mentale) gevolgen van deze boodschap.
De overheid besluit dus van het ene op het andere moment dat je niet kan werken. Even los van de vraag of dit juist is, maar met dit oordeel stond ik wel ineens buiten de maatschappij, althans zo voelde het op dat moment. Ik zag geen invulling meer voor mijn toekomst.
Verwerking
Het heeft mij veel tijd gekost om dit oordeel te verwerken, laat staan te accepteren. Ik zat op dat moment op de middelbare school en iedereen was bezig met het kijken naar mogelijke vervolgopleidingen. In eerste instantie heb ik nooit toegegeven dat ik geen arbeidsvermogen heb. Ik had er zogezegd schijt aan. Vol goede moed ben ik begonnen aan de opleiding juridisch medewerker.
Gelukkig heb ik deze opleiding met zeer goed gevolg afgerond. K merkte wel dat het me massa’s energie kostte. Toen ik de opleiding dan ook de opleiding compleet met stage had afgerond, schreeuwde mijn lichaam om rust. Na flink wat tijd voor mezelf te hebben genomen en een thuisstudie HBO-strafrecht met succes te hebben afgerond, begon het weer te kriebelen. Ik wilde aan het werk als jurist!
Echter, dat was niet makkelijk. Als je volgens de regels van het UWV geen arbeidsvermogen hebt, gaan ze je ook niet ondersteunen bij het vinden van werk. Daarbij komt, dat ondanks dat ik graag wilde werken, ik heel goed wist dat dat sowieso maar voor een beperkt aantal uren zou kunnen. Als het al zou lukken natuurlijk.
Toen ik me meer ging verdiepen in de mogelijkheden, kwam ik erachter dat gezien het geringe aantal uren dat ik zou kunnen werken ik er financieel ook niet op vooruit zou gaan. Eerder het tegenovergestelde. Dat was wel even een klap.
Omdenken
Hoewel ik het in eerste instantie niet makkelijk vond, probeerde ik positief te blijven. Na een tijd besefte ik me dat mensen om heen alleen maar druk zijn. Mensen moeten werken om hun hoofd boven water te kunnen houden. Ja, doordat ik niet kan werken voelt het vaker alsof ik buiten de maatschappij sta. Overigens komt dat gevoel niet enkel doordat ik niet kan werken, ook komt het door het leven met een handicap in het algemeen.
Maar dan, waar zou ik dan buiten staan? Een maatschappij waarin de meeste mensen enkel doordenderen, nergens bij stil kunnen staan, vaak geen ruimte kunnen nemen om zich echt te realiseren wat belangrijk is. Dus is het dan echt zo naar niet te kunnen werken? Er niet helemaal in te passen? Nee, integendeel, ik kan vaak stilstaan bij mijn gevoel, bij de kleine dingen. Is dat dan altijd fijn? Nee. Natuurlijk niet, niets is altijd fijn, maar ik prijs me gelukkig dat ik het kan!
Leave a Reply